Een map met Rotterdamse tekeningen

Joop Vos, verzamelaar van 18e en 19e eeuwse tekeningen, kocht in het najaar van 2018 een map met tekeningen op een markt in Rotterdam. Daaronder bevond zich een – niet gesigneerde – tekening van een man met tulband. Hij legde ons de vraag voor of deze tekening van A.C. Hauck of Cornelis Bakker zou kunnen zijn:

Portret van man met tulband en bakkebaarden, ± 1810, nagetekende gravure.

Bij het bekijken van deze tekening kwamen Wilma van Giersbergen en ondergetekende tot de conclusie dat het heel goed een Cornelis Bakker zou kunnen zijn. De wat brave – maar wel zeer vlotte – lijnvoering lijken typisch voor Cornelis Bakker. Vergelijk bijvoorbeeld de door Bakker gemaakte tekening naar een Franse gravure, voorstellende ‘De blinde Belisarius’. Dit was een door Alexis-François Girard (1787-1870) gemaakte gravure naar een schilderij van François Gérard (1770-1837):

De blinde Belisarius die de door een slang gebeten jongen draagt. Nagetekend naar gravure van Alexis-François Girard, gebaseerd op detail van schilderij van François Gérard. Lesmateriaal vervaardigd door Cornelis Bakker.

De Stichting bezit veel tekeningen van Cornelis Bakker die zijn nagetekend naar Franse gravures. In een aantal van deze nagetekende gravures zitten vier punaise gaatjes. Dit lijkt erop de duiden dat Bakker deze heeft gebruikt als lesmateriaal. De blinde Belisarius is bijvoorbeeld nagetekend door zijn leerling Johannes Tavenraat (1809-1881).

Maar laten we teruggaan naar de man met de tulband. Recentelijk vroegen we het oordeel van Robert-Jan te Rijdt over deze tekening. Hij meldde dat de man met de tulband is nagetekend van een gravure en dat deze rond 1810 gedateerd moet worden. Omdat rood en zwart krijt zijn gebruikt, staat het voor hem vast dat het een Rotterdamse kunstenaar geweest is. Dit was een techniek die in Nederland niet gebruikelijk was, behalve aan het begin van de 19e eeuw in vooral Rotterdam, maar ook Middelburg. Om die reden acht Robert-Jan het dus goed mogelijk dat de tekening gemaakt is door Cornelis Bakker.

Echter, hoewel de trefzekerheid van de lijnvoering in de tekening van de man met de tulband veel overeenkomsten heeft met een gemiddelde (nagetekende) tekening van Bakker, is Robert-Jan van mening dat de lijnvoering van een werk dat is nagetekend vooral bepaald wordt door de gravure die is nagetekend. Om die reden zou de man met de tulband dus ook door een andere Rotterdamse kunstenaar kunnen zijn vervaardigd. Daarbij noemde hij G.J. van den Berg, een vriend en collega van Cornelis Bakker. Tegelijkertijd gaf hij aan dat het iedere Rotterdamse tekenaar kan zijn geweest voor zover deze – evenals Bakker – zeer trefzeker kon (na)tekenen. Dat was – ook volgens Wilma van Giersbergen – bij meerdere Rotterdamse kunstenaars het geval.

Interessant is dat de map waarin de man met de tulband zich bevindt, een map is van tekeningen van kunstenaars uit Rotterdam en omgeving, die les hebben gekregen aan het Rotterdamse Tekengenootschap ‘Hierdoor tot Hooger’. Joop Vos heeft niet alle tekeningen uit die map kunnen kopen: er was al een aantal verkocht en sommige – nog wel aanwezige – tekeningen waren hem te duur.

In de aangeschafte map bevindt zich een tekening van Andries Schell (1782-1847), een kunstenaar waarover weinig bekend is, maar die een goede leerling van het Teekengenootschap ‘Hierdoor tot Hooger’ is geweest. In de Rotterdamsche Courant (RC) wordt in de jaren 1802-1804 vermeld dat het Genootschap hem niet alleen met prijzen, maar ook op andere manieren in de schijnwerper zette:

  • RC 17-04-1802: 3de klas, Andries Schell, tekening naar pleisterhoofd Niobe: zilveren medaille. Ontving ook een passer voor zijn vorderingen in de bouw- en doorzichtkunde;
  • RC 07-04-1803: 2de klas, Andries Schell, tekening naar pleisterbeeld Apollo van Belvedère: grote zilveren medaille. Ontving ook nog een loffelijk getuigschrift voor vorderingen in de bouw- en doorzichtkunde:
  • RC 04-10-1804: 1ste klas, Andries Schell, tekening naakt mansmodel: gouden medaille. 

Andries Schell is op veilingen vooral bekend wegens zijn winterlandschappen. Dit is ook het thema van de tekening uit de map:

Andries Schell, 1812, wintergezicht bij de Bosweg in Kralingen.

Ook bevat de map een fraai getekende kanonnier die door Louis Sloos (voormalig conservator van het Nationaal Militair Museum) is toegeschreven aan Arnoldus Lamme (1771-1856). Dit was een kunstenaar met talent die zich echter vooral met de kunsthandel bezig hield. In die hoedanigheid heeft hij overigens een aantal schilderijen van J.H. van de Laar gekocht. Ziehier de kanonnier van Lamme:

‘De kanonnier’, door Louis Sloos toegeschreven aan Arnoldus Lamme.

Arnoldus Lamme was de zoon van de verdienstelijke landschapsschilder Arij Lamme (1748-1801). Vermeldenswaard is misschien ook dat deze Arij Lamme de grootvader was van Arij Scheffer, de voortreffelijke Dordtse schilder die naar Parijs emigreerde.

Na deze prachtige kanonnier, werden wij getroffen door een ets van Johannes Bemme (1775-1841) die een leerling was van A.C. Hauck en Dirk Langedijk. Evenals Andries Schell was hij tevens een leerling van Hierdoor tot Hooger. De docenten van het Genootschap zagen in hem een duidelijk tekentalent:

  • RC 09-04-1795: 2de klas, Johannes Bemme: tekening naar heel pleisterbeeld van de Laocoön: grote zilveren medaille;
  • RC 05-04-1796: 1ste klas, Johannes Bemme Az., tekening naar levend mansmodel: gouden medaille (eerste ereprijs).

Deze kunstenaar had eveneens een duidelijk talent om te etsen, maar wijdde zich – in zijn latere leven – vooral aan het vervaardigen van medailles. In de map een ets van een fraai zelfportret:

Johannes Bemme 1802, geëtst zelfportret.

Constantijn Bakker, juli 2023.

Met grote dank aan Joop Vos voor de foto’s uit zijn collectie en de door hem verschafte informatie. Eveneens veel dank aan Wilma van Giersbergen die de nodige aanvullende informatie verschafte en kunsthistorische nuanceringen heeft voorgesteld.