Job Augustus Bakker was een veelzijdig talent: hij was kunstenaar, tekenleraar, filosoof en auteur van vele filosofische, geschiedkundige, letterkundige en kunsttheoretische werken. Dat is des te uitzonderlijker, omdat Bakker vermoedelijk alleen de lagere school had doorlopen. Hij had een uitstekende kennis van het Frans en het Duits. Wellicht beheerste hij de grondbeginselen van het Engels en het Latijn. Hij wordt samen met Cornelis Willem Opzoomer en Lodewijk Willem Ernst Rauwenhoff tot de moderne Nederlandse filosofen van de negentiende eeuw gerekend.

In Rotterdam was Job Augustus Bakker, samen met Goose Wijnant van der Voo (1806-1902), de belangrijkste filosoof in de stad. Beiden waren onderwijzer. Ze hielden het in de achttiende eeuw opgekomen geloof in vooruitgang en Verlichting levend en maakten het tot onderwerp van hun werk. In die zin waren Bakker en Van der Voo niet alleen leermeesters voor hun studenten, maar ook opvoeders van hun stadgenoten. Op hun schouders rustte het stedelijk wijsgerig leven in de negentiende eeuw. Van der Voo was een praktische filosoof, en aanhanger van het utopisch socialisme en democratisering van de samenleving. Hij wordt gerekend tot de eerste democraten van Nederland en was een vrijdenker met grote sociale bewogenheid. Bakker was de belangrijkste van de twee en ook de meest systematische denker. Hij was de autodidactische geleerde, die diepgaande studie verrichtte die hij op geheel eigen manier tot zelfstandige publicaties verwerkte. Hij ontplooide zich als een grondig, nauwgezet en zelfstandig denker.

Omstreeks 1835 stopte Bakker als vrij kunstenaar, maar hij bleef wel tot zijn overlijden in 1876 tekenleraar bij het Rotterdamse Teekengenootschap ‘Hierdoor tot Hooger’ (vanaf 1851: Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen) waar hij sinds 1814 werkzaam was.

Bakker richtte zich vanaf ongeveer 1830 op het schrijven van artikelen over zijn vakgebied. Al in 1822 had hij van het Provinciaal Utrechtsche Genootschap een gouden penning toegekend gekregen voor zijn verhandeling over de geestdrift en het enthousiasme. Er zouden nog vele verhandelingen en beschouwingen volgen. Van 1840 tot 1856 was Bakker medewerker van Vaderlandsche Letteroefeningen, of tijdschrift van konsten en wetenschappen, een literair-cultureel tijdschrift dat in 1761 was opgericht en tot 1876 zou verschijnen. Het maandelijks uitgebrachte blad was een van de toonaangevende literair-culturele tijdschriften van Nederland. De belangrijkste rubrieken vormden ‘Mengelwerk’ en ‘Boekbesprekingen’. Bakker leverde vele bijdragen voor deze beide rubrieken, maar ook zijn eigen werk werd in Vaderlandsche Letteroefeningen besproken. Daarnaast publiceerde hij van 1848 tot 1876 zo’n vijftig artikelen in De Tijdspiegel, een tijdschrift dat in 1844 in het leven was geroepen en zich richtte op poëzie, proza en letterkunde.

Meer informatie over Job Augustus Bakker:

Wilma van Giersbergen, Op zoek naar werk. De productieve kunstenaarsfamilies Hauck – Bakker – Van de Laar in Rotterdam 1770-1920 (Rotterdam 2018) 124-128.

Michiel Wielema, Filosofen aan de Maas. Kroniek van vijfhonderd jaar wijsgerig denken in Rotterdam (Baarn 1991) 121-133.

Jan Oosterholt, ‘Job August Bakker: het ideaal van de dichter’, in: De ware dichter: de vaderlandse poëticale discussie in de periode 1775-1825 (Assen 1998; proefschrift) 102-105.

Kaat Wils, De omweg van de wetenschap. Het positivisme en de Belgische en Nederlandse intellectuele cultuur, 1845-1914 (Amsterdam 2005; proefschrift) 213.

Job Augustus Bakkeroverzicht van diens zelfstandige werken:

  1. Verhandeling ter beantwoording der vrage: over de Geestdrift en het Enthusiasmus (Utrecht 1822) (gouden penning toegekend door het Provinciaal Utrechtsche Genootschap).
  2. Verhandeling over het ideäal in de kunst, of Beantwoording der vraag: Wat verstaat men door het ideäal in het gebied der kunsten, en in hoe verre moet derzelver beoefenaar zich naar hetzelve rigten? (Rotterdam 1823). Ook verschenen in VII Werken der Hollandsche Maatschappij (Leiden 1825).
  3. Voorrede van de vertaler [=J.A. Bakker] in: Johanna Wyttenbach, Symposiaques ou Propos de table (vertaald als: Symposiaca, of Tafelgesprekken) (Rotterdam 1823).
  4. Verhandeling over de geestdrift (Utrecht 1824).
  5. Proeve in het vak van geschiedenis, wijsbegeerte en letteren (Rotterdam 1825).
  6. Beschouwing van de staatkundige instellingen der oudheid in derzelver toepassing op de hedendaagsche maatschappijen (Rotterdam 1825). (Boekbespreking in: Vaderlandsche Letteroefeningen 1826).
  7. Proeve eener oordeel- en geschiedkundige verhandeling over de ontwikkeling van de zedelijke kennis des menschdoms (Rotterdam 1829).
  8. Gedachten over het verband van licht en warmte in de verstandelijke en zedelijke wereld (ca. 1830). (Boekbespreking in: Vaderlandsche Letteroefeningen 1840).
  9. Méditations politiques (Rotterdam 1831). (Boekbespreking in: Vaderlandsche Letteroefeningen 1831).
  10. Voorlezingen over de geschiedenis der beeldende kunsten bij de oude volken, 2 dln. (Rotterdam 1832-1833). (Boekbesprekingen in: Vaderlandsche Letteroefeningen 1833 en 1834).
  11. Proeven in het vak van Geschiedenis, Wijsbegeerte en Letteren (Rotterdam 1832). (Boekbespreking in: Vaderlandsche Letteroefeningen 1832).
  12. ‘Proeve over den aard en de nuttigheid der bovennatuurkunde’, in; jg. 9, De Fakkel (Rotterdam 1833) 1-24.
  13. Verhandeling over de Socratische gesprekken, of Beantwoording der vraag: welke zijn de kenschetsende eigenschappen, door welke de socratische gesprekken zich onderscheid?; waarin bestaat derzelver voortreffelijkheid? en in hoeverre is die schrijfwijze der ouden ook thans nog bij de behandeling van wijsgerige onderwerpen aan te prijzen (Leiden 1834). (Boekbespreking in: Vaderlandsche Letteroefeningen 1835).
  14. Verhandeling over de Duitsche wijsbegeerte sedert de laatste vijftig jaren (Utrecht 1835). (Boekbespreking in: Vaderlandsche Letteroefeningen 1835).
  15. ‘Verhandeling over de kenmerkende eigenschappen der wijsbegeerte en zedeleer van Plato’, in: jg. 11, De Fakkel (Rotterdam 1835) 1-30.
  16. Wijsgeerige verhandelingen over de bovennatuur-, zedekunde en rede-godsdienst (Rotterdam 1837). (Boekbespreking in: Vaderlandsche Letteroefeningen 1839).
  17. Met J. van Harderwijk Rz. en G. van Reyn gaf hij uit: Euthymia, Bijdragen uit het gebied der zede- en letterkunde, 2 stukken (Rotterdam 1837). (Bespreking in: Vaderlandsche Letteroefeningen 1838 en 1839).
  18. Is de wijsbegeerte teregtgewezen door het geschrift van J.J. Doedes, Het regt des Christendoms tegenover de wijsbegeerte gehandhaafd, en de onbevoegdheid der wijsbegeerte om een oordeel te vellen over de geloofwaardigheid der evangelische geschiedenis en over de waarheid er christelijke leer, bewezen. Vol. I (Leiden en Amsterdam 1847).
  19. ‘De nieuwe wijsgeerige School’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1848).
  20. ‘Letterkunde’, ‘Kosmos,’ in: jg. 5 De Tijdspiegel (1848).
  21. ‘Gedachten over het verband der zedelijke en staatkundige beschaving’, in: jg. 5 De Tijdspiegel (1848).
  22. ‘De stellige wijsbegeerte’, in: jg. 5 De Tijdspiegel (1848).
  23. ‘Het wezen der deugd’, in: jg. 5 De Tijdspiegel (1848).
  24. ‘Julianus de Afvallige, in de vierde en in de negentiende eeuw’, in: jg. 5 De Tijdspiegel (1848).
  25. ‘De stellige wijsbegeerte, tegenover geloof en bespiegeling’, in: jg. 5 De Tijdspiegel (1848).
  26. ‘Over het blijvende en veranderlijke in de stoffelijke en zedelijke wereld’, in: jg. 5 De Tijdspiegel (1849).
  27. ‘Iets over den zielkundigen of wijsgeerigen roman’, in: jg. 6 De Tijdspiegel (1849).
  28. ‘Over het eigenaardige van de Europesche omwenteling van 1848, en in hoever die tot de zedelijke en staatkundige beschaving heeft bijgedragen’, in: jg. 6 De Tijdspiegel (1849).
  29. ‘De republiek van Plato’, in: jg. 6 De Tijdspiegel (1849).
  30. ‘Sporen van de natuurlijke geschiedenis der schepping’ en ‘idem. Vervolg en slot van blz. 344’, in: jg. 6 De Tijdspiegel (1849).
  31. ‘Schepping door de regtstreeksche tusschenkomst van God, in tegenstelling van eene schepping door natuurwetten’, in: jg. 7, De Tijdspiegel (1850).
  32. ‘Eenvoud en gemeenzaamheid’, in: jg. 7, De Tijdspiegel (1850).
  33. ‘Vervolg der sporen van de natuurlijke geschiedenis der schepping’, in: jg. 7, De Tijdspiegel (1850).
  34. ‘De bouwvallen van Ninive’, in: jg. 7, De Tijdspiegel (1850).
  35. ‘Mengelwerk’, ‘Blikken op den tegenwoordigen maatschappelijken toestand der volken van Europa. Inleiding’, in: jg. 7, De Tijdspiegel (1850).
  36. ‘Mengelwerk’, ‘II. De toestand van Europa uit een staatkundig oogpunt beschouwd’, in: jg. 7, De Tijdspiegel (1850).
  37. ‘Gedachten bij den dood van Lodewijk Philips’, in; jg. 7, De Tijdspiegel (1850).
  38. ‘III. Opmerkingen over den tegenwoordigen godsdienstigen, zedelijken, en wetenschappelijken toestand van Europa’, in: jg. 7, De Tijdspiegel (1850).
  39. ‘Mengelwerk’, ‘Bij het zien van het tafereel van den schilder Wappers, voorstellende het zoontje van Lodewijk XVI bij den schoenmaker Simon, in 1793’, in: jg. 7, De Tijdspiegel (1850).
  40. ‘Gedachten over de rigting van de geest des tijds bij den aanvang van de tweede helft der negentiende eeuw’, in: jg. 8 De Tijdspiegel (1851).
  41. ‘Het verband van de wijsbegeerte met de wis- en natuurkundige wetenschappen’, in: jg. 8 De Tijdspiegel (1851).
  42. ‘Het verband van de wijsbegeerte met de natuurkundige wetenschappen’, in: jg. 8 De Tijdspiegel (1851).
  43. ‘Het verband van de wijsbegeerte met de wis- en natuurkundige wetenschappen’, in: jg. 9 De Tijdspiegel (1852).
  44. ‘Het verband van de wijsbegeerte met de natuurkundige wetenschappen’, in: jg. 9 De Tijdspiegel (1852).
  45. ‘De mensch in zijn bestaan op zich zelven en in zijne betrekking tot de hem omringende wezens’, in: jg. 9 De Tijdspiegel (1852).
  46. ‘Mengelwerk’, ‘Geschied- en oordeelkundige beschouwing der gevoelens van de oude volken aangaande het zamenstel del heelals, en in het bijzonder van de kosmische stelsels der Grieksche wijsgeeren en sterrekundigen. Medegedeeld door J.A. Bakker, te Rotterdam’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1853).
  47. ‘De oudste oorkonde en de jongste wetenschap, of Theologie en Geologie, eene poging tot beider verzoening’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1853).
  48. ‘II. De Vooruitgang in de godsdienstige, zedelijke, en maatschappelijke opvoeding’, in: jg. 10 De Tijdspiegel (1853).
  49. ‘De kennis der natuur meer algemeen toegankelijk gemaakt’, in: jg. 10 De Tijdspiegel (1853).
  50. ‘Het gebed der aarde’, in: jg. 10 De Tijdspiegel (1853).
  51. ‘Kosmographie. De kleine kosmos’, in: jg. 10 De Tijdspiegel (1853).
  52. ‘Bij de schilderij van L. Gallait: de laatste eer bewezen aan de graven van Egmond en Hoorne. Door J.A. Bakker’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1854).
  53. ‘De aarde staat stil! Of de reactie tegen de sterrekundige en kosmographische wetenschap’, in: jg. 11 De Tijdspiegel (1854).
  54. ‘Een herhaalde aanval tegen de sterrekundige wetenschap’, in: jg. 11 De Tijdspiegel (1854).
  55. ‘Geschiedenis der wijsbegeerte’, in: jg. 11 De Tijdspiegel (1854).
  56. ‘Mengelwerk’, ‘Over den invloed van het christendom op de beeldende kunsten. Door J.A. Bakker’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1855).
  57. ‘Over de aanwinst die de ontdekkingen van Ninivé, en de ontcijfering der Assyrische opschriften voor de geschiedenis hebben opgeleverd. Medegedeeld door J.A. Bakker’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1856).
  58. ‘Mengelwerk’, ‘Gedachten over de geschiedenis der Grieksche bouwkunst. Door J.A. Bakker’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1856).
  59. ‘Ontdekkingen te Ninivé, in 1854 en 1855. Medegedeeld door J.A. Bakker’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1856).
  60. ‘Laatste ontdekkingen te Ninivé. Medegedeeld door J.A. Bakker’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1856).
  61. School des teekenaars, of Praktische methode voor het onderwijs in de teekenkunst en ook tot zelfonderrigt. Naar het Hoogduitsch van L. Bergmann. Vrij bewerkt door J.A. Bakker (Rotterdam 1857).
  62. ‘De empirische wijsbegeerte in Nederland. Godgeleerdheid en onderwijs’, in: jg. 22 De Tijdspiegel (1865).
  63. 27 Junij 1865 (z.p., 1865) 1-5. (een halve eeuw militaire Willemsorde). (overdruk onbekend waaruit).
  64. Waterloo (z.p. 1865) 1-5. (overdruk onbekend waaruit).
  65. ‘Het schoonheidsgevoel, beschouwd als de hoogste ontwikkeling van den mensch’, in: jg. 23 De Tijdspiegel (1866).
  66. ‘De empirische wijsbegeerte in Nederland. Tweede artikel’, in: jg. 23 De Tijdspiegel (1866).
  67. ‘De empirische wijsbegeerte in Nederland. Derde artikel. Godgeleerdheid en onderwijs’, in: jg. 23 De Tijdspiegel (1866).
  68. ‘De empirische wijsbegeerte in Nederland. Vierde artikel. Reactie tegen de empirische wijsbegeerte. Godgeleerdheid en onderwijs’, in: jg. 23 De Tijdspiegel (1866).
  69. ‘Vertalingen en herdrukken’, in: jg. 24 De Tijdspiegel (1867).
  70. Vroegtijdige dood. Gedachten bij het onverwacht overlijden van dr. F. Rauwenhoff, predikant te Rotterdam (z.p., 1867).
  71. ‘De zedekunde volgens de empirische wijsbegeerte: Godgeleerdheid en onderwijs’, in: jg. 26 De Tijdspiegel (1869).
  72. ‘De zielkunde volgens de empirische wijsbegeerte’, in: jg. 26 De Tijdspiegel (1869).
  73. ‘Gedachten bij het vieren van de honderdjarige geboortefeesten van Napoleon en Alexander van Humboldt’, in: jg. 26 De Tijdspiegel (1869).
  74. Gedachten bij het zien der laatste schilderij van Andreas Schelfhout op de Tentoonstelling te Rotterdam in 1870 (z.p., 1870)
  75. ‘Het regt van oorlog en vrede’, in: jg. 26 De Tijdspiegel (1870) 1-8.
  76. ‘De vereischten en de pligten van den wetenschappelijken geschiedschrijver. Staatkunde en geschiedenis’, in: jg. 28 De Tijdspiegel (1871).
  77. ‘De letterkundige kritiek’, in: jg. 29 De Tijdspiegel (1872).
  78. ‘3 November 1848’, in: jg. 30 De Tijdspiegel (1873).
  79. ‘Door een geestverwant gewaardeerd’, in: jg. 30 De Tijdspiegel (1873).
  80. ‘De rechten en grenzen der wetenschap. Godgeleerdheid – wijsbegeerte – onderwijs’, in: jg. 31 De Tijdspiegel (1874) 214 e.v.
  81. ‘Mengelwerk’, ‘David Friedrich Strauss’, in: jg. 31 De Tijdspiegel (1874) 1-9.
  82. ‘Het socialismus’, in: jg. 32 De Tijdspiegel (1875).
  83. ‘Staatkunde en geschiedenis. Het socialismus’, in: jg. 33 De Tijdspiegel (1876).
  84. November 1813 (z.p., z.j.) 1-7. (overdruk onbekend waaruit).
  85. Ouderdom en vroegtijdige dood (z.p., z.j.) 1-4. (overdruk onbekend waaruit).
  86. Vergankelijkheid (z.p., z.j.) 1-6. (overdruk onbekend waaruit).
  87. Levensgenot (z.p., z.j.) 1-5. (overdruk onbekend waaruit).

Job Augustus Bakkerbesprekingen van boeken, redevoeringen, verhandelingen, etc:

  1. ‘Mengelwerk’, ‘Over de zucht tot volmaking’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1841) 1-9.
  2. ‘Iets over de Recensie van mijne in 1837 uitgekomene Wijsgeerige Verhandelingen, voorkomende in No. V van den Recensent ook der Recensenten van 1840’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1840).
  3. ‘Iets over de Recensie van mijne in 1837 uitgekomene Wijsgeerige Verhandelingen, voorkomende in No. V van den Recensent ook der Recensenten van 1840’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1840).
  4. ‘De Wijsbegeerte, den mensch met zich zelven verzoenende. Redevoering ter aanvaarding van het Hoogleeraarsambt aan de Utrechtsche Hoogeschool uitgesproken door Mr. C.W. Opzoomer.’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1846).
  5. ‘Losse Aanmerkingen en Bedenkingen tegen Mr. C.W. Opzoomers’ Recensie van Dr. Scholten’s Verhandeling: De Leer des Vaders, des Zoons en des Heiligen Geestes. Van Dr. A. Hirschig Cz., Rector te Alkmaar’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1846).
  6. ‘Prof. Opzoomer’s Redevering: De Wijsbegeerte, den Mensch met zich zelven verzoenende. Uit een Christelijk wijsgeerig oogpunt beschouwd.’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1846).
  7. ‘Grondbeginselen der Mensch- en Zielkunde naar de Leer van Dr. K.C.F. Krause, ontvouwd in twaalf Voorlezingen te Parijs door Dr. H. Ahrens, Hoogleeraar der Wijsbegeerte en Lid van den Raad des bestuurs der Universiteit te Brussel. Vrij vertaald, met verbeteringen en bijvoegsels, den Vertaler medegedeeld door den Auteur zelven en met een voorberigt en aanteekeningen van Dr. J. Nieuwenhuis, Oud-Hoogleeraar der Wijsbegeerte aan de Leidsche Hoogeschool enz. 1ste Deel’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1847).
  8. ‘Theaetetus, of de opleiding tot de Wijsbegeerte. Uit het Grieksch van Plato, in het Hollandsch overgezet en met ophelderende en beoordeelende aanmerkingen voorzien, door Dr. D. Burger’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1847).
  9. ‘Grondschets voor een Stelsel der Zedelijke Wijsbegeerte. Ten gebruike voor akademische Voorlezingen, uitgegeven door Dr. H. Martensen, Hoogleeraar der Godgeleerdeheid en Hofprediker te Koppenhagen. Naar het Deensch. Met een Voorberigt van Dr. J. Nieuwenhuis, Oudhoogleeraar aan de Leydsche Hoogeschool’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1848).
  10. ‘Bijdragen tot de Geschiedenis der Omwenteling van 1795 tot 1798. Door Mr. G.W. Vreede, Hoogleeraar te Utrecht’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1848).
  11. ‘Holland en de Hollanders. Door E.M. Arndt, Hoogleeraar te Bonn’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1848).
  12. ‘Ongeloof en Revolutie. Eene reeks van historische Voorlezingen. Door Mr. G. Groen van Prinsterer’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1848).
  13. ‘Grondbeginselen der Mensch- en Zielkunde, naar de leer van Dr. K.C.F. Krause ontvouwd in twaalf Voorlezingen, gehouden te Parijs door Dr. H. Ahrens, Hoogleeraar der Wijsbegeerte enz. te Brussel, IIde Deel’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1848).
  14. ‘De Wijsbegeerte van het leven der Natuur, tegenover de bespiegelende en natuur-philosophien. Door Heinrich Vogel. Uit het Hoogduitsch vertaald door J.L. Dusseau’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1848).
  15. ‘Wijsbegeerte en Godgeleerdheid in Nederland. Brief aan den Hoogeeraar P. Hofstede Groot’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1848).
  16. ‘Zielkunde, of beschouwing van den mensch als bezield wezen. Door T. Roorda’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1850).
  17. ‘Le Dualisme de la raison humaine; ou le criticisme de Em. Kant, amélioré sous le rapport de la raison pure, et rendu complet sous celui de raison pratique par Mr. J. Kinker. Publié par les soins et sous les auspices, et avec des notes de J.D. Cocheret de la Morinière’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1851).
  18. ‘Aanteekeningen bij den tweeden druk der Zielkunde van T. Roorda’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1851).
  19. ‘Wijsgeerige beschouwingen over het Christendom door Dr. J.F. Bruch, Hoogleeraar in de Godgeleerdheid te Straatsburg. Uit het Fransch vertaald door H. Faugman, Predikant te Leyden’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1851).
  20. ‘Algemeene Geschiedenis van K.F. Becker’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1851).
  21. ‘Le Dualisme de la raison humaine; ou le criticisme de Em. Kant, amélioré sous le rapport de la raison pure, et rendu complet sous celui de raison pratique par Mr. J. Kinker. Publié par les soins et sous les auspices, et avec des notes de J.D. Cocheret de la Morinière’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1852).
  22. ‘De sterrenhemel, door Johann Heinrich Mädler. Uit het Hoogduitsch door J.L. Terwen’, in: jg. 10 De Tijdspiegel (1853).
  23. ‘De Wijsbegeerte voorgesteld in hare ontwikkeling. Eene geschiedenis der Filozofie. Door Dr. A.J. Vitringa. Eerste Deel, Eerste Stuk (Inleiding en eerste helft der vóór-Aristotelische Wijsbegeerte’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1854).
  24. ‘Beschouwingen over het aesthetische der Bouwkunst. Eerste gedeelte. Grieksche en Romeinsche stijl. Naar het Engelsch, door een Bouwkundige’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1854).
  25. ‘Oudheidkundige Verhandelingen en Mededeelingen van Dr. L.J.F. Janssen, Conservator bij het Museum van Oudheden te Leyden’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1854).
  26. ‘Geschiedenis der Bouwkunst, bij eenige der merkwaardigste volken van vroegeren en lateren tijd, door P.M. Brutel de la Rivière’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1854).
  27. ‘De Vrucht der Godsdienst. Door Mr. C.W. Opzoomer. Tweede druk van: het Wezen der Deugd’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1855).
  28. ‘Beknopte Zielkunde, op de Heilige Schrift en de ervaring gegrond. Uit het Hoogduitsch an C.H. Zeller’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1855).
  29. ‘Bespiegeling, Gezag en Ervaring. Eene wijsgeerige geschiedkundige Proeve, door Dr. A. Pierson’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1856).
  30. ‘De Pligt. Door Jules Simon. Uit het Fransch vertaald’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1856).
  31. ‘Open Brief aan Mr. C.W. Opzoomer, Hoogleeraar te Utrecht, over het doel en de waarde der bespiegelende Wijsbegeerte, door Dr. A.J. Vitringa’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1856).
  32. ‘Nineveh en de Heilige Schrift. Eene Voorlezing door Dr. J.J. van Oosterzee’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1856).
  33. ‘Jan Steen. Étude sur l’Art en Hollande, par T. van Westrheene Wz.’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1856).
  34. ‘Zielkunde voor Opvoeders en Onderwijzers. Naar het Hoogduitsch van Dr. E.A.E. Calinich, door D. van Hinloopen Labberton, Distrikts-Schoolopziener’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1856).
  35. ‘Grondtrekken der empirische Psychologie en Logika van Dr. Jos. Beck, Groot-Hert. Geheimhofrad. Uit het Hoogduitsch voor Nederlanders bewerkt door J. Vriend’, in: Vaderlandsche Letteroefeningen (1856).
  36. ‘Godgeleerdheid en onderwijs. De sleutel der geheimenis (bespreking De Emanatie-leer en haar invloed op het Christendom, door A.J. Vitringa, Arnhem 1867)’, in: ?? (1868) 195-208.

Wilma van Giersbergen, 2021